Tussen Roomburg en Meerburg ligt Archeologisch Park Matilo begin van een onze jaartelling stond daar een Romeins fort: Castellum Matilo. De restanten liggen onder de grond, een deel is opgegraven. Op 12 oktober lanceerde wethouder Robert Strijk (cultuur) een ‘app’ waarmee de bezoeker met zijn tablet of smartphone virtueel kan rondkijken in de Romeinse tijd van Matilo. “Het is net of je er midden in staat”, zei Strijk. Deze Time Travel is ontwikkeld door Olav Reijers van ‘The missing link’.
“De datum 12 oktober is niet zo maar gekozen. Op deze dag in het jaar 120 , 1897 jaar geleden, kwam de Romeinse Keizer Hadriaans op doorreis naar Engeland, de verdedigingswerken langs de Romeinse grens inspecteren”, vertelt archeologe Julia Chorus. “Of de keizer Matilo bezocht, er waren meer forten langs de Rijn, weten wij niet zeker”. Matilo lag langs de Romeinse grens, verdedigingslinie en handelsroute. Versterkingen waren er ook bij Den Haag (Ockenburgh) , Katwijk (Brittenburg), Valkenburg, Zwammerdam en Bodegraven.
Inspectietocht
Op jouw inspectietocht zou je net als de keizer een houten fort aangetroffen hebben, alleen het hoofdkwartier, de ‘Principia’ was van steen. Verder een klein ziekenhuis, opslagplaats voor graan, barakken voor infanteristen en cavaleristen plus paardenstallen. En een indrukwekkend verblijf voor de kampcommandant. Rondom het fort huisden handelaren en gezinnen van de soldaten. “Misschien was er ook een tempel en badhuis, de Romeinen waren gek op baden”, zegt Chorus. Het kamp was niet veel groter dan een voetbalveld. De soldaten kwamen uit verschillende delen van het Rijk, ten tijde van Hadrianus’ inspectiereis waren er ca. 500 soldaten uit Spanje gelegerd.
De militairen moesten wachtlopen, gebouwen en wegen onderhouden en fit blijven voor een eventueel gevecht. Over gevechtshandelingen is niet zoveel bekend. Het fort bij Den Haag, Ockenburgh, lag niet aan de Rijn maar was deel van de kustverdediging om landingen en invallen van onder andere piraten te voorkomen. De Matilo militairen liepen patrouille buiten het fort. Er werd handel gedreven en contacten onderhouden met de Germanen van de overkant van de Rijn, vertelt de archeologe.
Volgens historici raakte het West-Romeinse rijk in de 3e eeuw in verval en minder in staat haar grenzen te bewaken. De forten langs de Rijn zijn waarschijnlijk in de jaren 250-260 na Chr. verlaten en werden nadien als steengroeve gebruikt. De Romeinen verdwenen echter niet helemaal uit beeld want bijvoorbeeld de Brittenburg, bij de monding van de Rijn in Katwijk, is in de 4e eeuw nog gebruikt en ook in andere forten zijn Romeinse sporen gevonden uit de 4de eeuw.
Mátilo of Matiló
En dat masker dat in Matilo gevonden is en nu te zien in het museum van Oudheden in Leiden, het masker dat ‘Gordon’ genoemd wordt, vanwege die krulletjes? Chorus: “Het masker was deel van de militaire uitrusting. Sommige Romeinse ruiters droegen dergelijke maskers aan hun helmen. Met een scharnier zat het vast. Het diende ter bescherming van het gezicht. Het masker was waarschijnlijk een pronkstuk bij parades en tijdens het gevecht joeg het de vijand schrik aan.
De laatste vraag aan Olav Reijers: Wat moet ik nou zeggen Mátilo of Matiló ? Reijers: De Romeinse uitsprak is ‘MAtilo’. Waarom de Leidenaren MatilO zeggen, weet ik niet. Misschien willen de Leidenaren een eigen accent geven aan hun mooie Romeinse erfenis.
Bij de foto: Jesse Klaver: Rutten’s regeerakkoord kan beter ‘Rechts af’ heten.