De vluchtelingenstroom in 2015 en ’16, ongeveer 70.000 mensen, was landelijk groot nieuws. In oktober 2015 kwam het dichterbij Leiden. Ongeveer 250 vluchtelingen werden ondergebracht in sporthallen, later in het TNO kantoor Wassenaarseweg. Geen krantenkoppen meer over de 292 erkende vluchtelingen, statushouders, die nu in Leiden wonen. Zij leren de taal, zoeken werk en sturen hun kinderen naar school. Hoe gaat het met onze nieuwe inwoners en hun 198 vrijwillige adviseurs, de Leidse mentoren?
Ayham Ziada werd in oktober 1993 geboren, vier jaar geleden woonde hij nog in een voorstad van Damascus (Syrië) . Nu een jaartje in Leiden. “Op welke dag in oktober ben je geboren, Ayham? “Op een maandag “, antwoordt hij”. “Zijn geboortedag is nu 1 oktober”, helpt mentor Gert-Jan Cornel hem in het gesprek. “Wij vieren zijn verjaardag op 1 oktober, toevallig ook mijn verjaardag”. Zo iets onbeduidends, een niet geregistreerde geboortedatum, is de zoveelste aanwijzing van cultuur verschillen en de afstand die een statushouder moet afleggen voor zijn integratie in ons land.
Duo-mentoren
Samen met zijn zoon Simon, leeftijdgenoot van Ayham, heeft Cornel zich gemeld als adviseur en vraagbaak voor de jonge alleenstaande Syriër. De ‘duo-mentoren’ staan in nauw contact met hem. Ayham vertelt dat hij met zijn familie na de protesten tegen en bombardementen door het leger van Assad vluchtte. Zijn oudere broer kwam om bij die protesten. Zijn familie woont nu in Egypte en een broer woont in Duitsland. “Omdat ik geen geldige identiteitspapieren bezat, hing voortdurend de dreiging van uitzetting naar Syrië boven mijn hoofd en verliet ik Egypte“.
Twee jaar geleden stapte Ayham met 600 vluchtelingen op een onzeewaardig bootje die hem tegen betaling van 2.000 U.S. dollars naar Sicilië bracht. Na vele omwegen arriveerde hij in Nederland. “Ter Apel in het Noorden, Budel in het Zuiden, Doetinchem in het Oosten, Heerhugowaard, Dronten en nu Leiden”, vertelt Ayham. “Ik heb meer van het land gezien dan de meeste Nederlanders”, grapt hij. Voor iemand met Arabisch als moedertaal, spreekt hij al verbluffend goed Nederlands. “Ik ben een fulltime inburgeraar, ga drie keer per week naar Nederlandse les”. Afgelopen jaar volgde hij de topklas en nu oefent hij voor het Staatsexamen Nederlands in november. Hij deelt een appartement met twee andere jonge mannen in de Pelikaanhof, een Afghaanse en een Hollandse jongen. Ayham: “We spreken geen Afghaans met elkaar en ook geen Arabisch, Hollands natuurlijk”. Cornel: “Simon, ik en ons gezin spraken van meet af aan Nederlands met hem”. Ayham trekt veel op met Simon en de vriendenclub ‘Keytown Brothers’. Simon: “Wij praten veel over studie, feestjes en voetbal. We hebben allebei een seizoenkaart voor Ajax, samen met andere vrienden”. “Daar heb ik wel voor gespaard”, interrumpeert Ayham hem, ”en we trainen en voetballen bij ASC in Oegstgeest”.
Vader en zoon
Met welke ogen ziet Ayham zijn duo-mentoren? “Simon als mijn broer en Gert-Jan als mijn vader”, antwoordt Ayham. Hij krijgt de kans om fulltime te studeren om snel in te burgeren omdat een HBO-studie perspectief biedt. Hij heeft een bijstandsuitkering en daar boven op € 10.000 geleend om de inburgeringscursus, die € 1.250 per kwartaal kost, te betalen. Bij behalen van het diploma wordt hem de lening kwijt gescholden. ‘Hoe sta je er over 5 jaar voor Ayham’? “Dan ben ik Nederlander van Syrische afkomst, klaar met mijn HBO en werk ik in de financiële administratie van een bedrijf”. “Ik zie in hem wel een register accountant”, vult Gert-Jan Cornel hem aan. “Ik ken mijn zoons”.