In Leiden ontvangen ca. 3.500 inwoners een bijstandsuitkering ongeveer 1.500 van hen ontvangen de uitkering 2 jaar of langer. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) controleren de gemeenten helemaal niet of bijstandsontvangers de Nederlandse taal machtig zijn. Plannen hun kennis bij te spijkeren worden nauwelijks gemaakt, uitkering kortingen orden vrijwel niet opgelegd”, rapporteerde het CBS vorige week aan staatssecretaris Tamara van Ark (VVD) van Sociale Zaken. Hoe zit dat in Leiden?
“Wij vergeten de taaleis echt niet”, antwoordt een woordvoeder van de gemeente. “Bij de aanvraag van een bijstandsuitkering wordt taalvaardigheid aan de wet getoetst. Bijvoorbeeld is 8 jaar onderwijs in Nederland genoten of inburgering examen gedaan. Als de uitkeringsaanvrager daaraan niet – of onvoldoende voldoet, wordt een taaltoets aangevraagd. Als men daarvoor slaagt, O.K. In een enkel geval wordt de bijstandsaanvrager in Leiden vrijgesteld, als het leren te moeilijk is”. De woordvoerder vervolgt: “Er is in Leiden maar één keer een (korting) maatregel opgelegd omdat betrokkene zich niet voldoende had ingespannen zich de Nederlandse taal eigen te maken”.
Het CBS schets landelijk een heel ander beeld. In de brief aan de staatssecretaris staat dat het afnemen van taaltoetsen in de praktijk maar weinig voorkomt. In ruim 140 van de 388 gemeenten werd nooit een taaltoets afgenomen en in de andere 248 in april 2017 gemiddeld vier. Bij 35 procent van de gemeenten werden ook geen taalplannen opgesteld.
Verder in het rapport: ‘Verlagingen van de uitkeringen voor wie niet aan de eis voldoet komen vrijwel niet voor. In het eerste half jaar van 2017 zijn tachtig verminderingen opgelegd door ongeveer twintig gemeenten’.
Staatssecretaris Van Ark wil na gemeenteraadsverkiezingen ‘de teugels aantrekken’ en de verplichte taaleis voor een uitkering controleren. Maar aan de antwoorden van onze gemeente zij zich geen zorgen maken of wel?