De basisschool leraar staat de hele dag aan

De kranten staan vol van problemen in het basisonderwijs, allemaal kommer en kwel. Een nijpend lerarentekort, werkstress en onderbetaling, leraren voeren actie. Marloes Gauwe, basisschool lerares bij ‘De Leidse Hout school en Ary van den Broek leraar bij ‘Woutertje Pieters’ zijn solidair met hun actievoerende collega’s maar over de werksituatie hebben ze hun eigen verhaal.

Gauwe, werkt 16 jaar parttime, bij ‘De Leidse Hout school’ in haar groep 7 zitten 23 kinderen. Van den Broek, al 22 jaar fulltimer op basisschool Woutertje Pieter, staat voor groep 6  met het wettelijk toegestane maximum aantal van 26 kinderen. Beide scholen staan in het Houtkwartier.

‘Werkdruk’? “Ja, ’t is druk, er wordt veel van je gevraagd”, antwoordt Gauwe. “Je staat echt de hele dag aan”. ‘Onderbetaald’? Van den Broek: “Ik sta vierkant achter de salariseisen, er is geen enkele rechtvaardiging voor een loonverschil dat kan oplopen tot € 1.000 per maand tussen een leraar in het primair onderwijs en die van het voorgezet onderwijs”. “We hebben gewoon de pech  dat we met velen zijn en de financiële gevolgen voor Den Haag aanzienlijk”.

Het beeld van basisschoolleraren in de media is dat het aanpakkers zijn die niet kunnen klokkijken, bij het woord burn-out het eerst denken aan een gezellig kampvuur en genoegen nemen met een salaris dat op een Grieks eiland betaald wordt.

Wat geleerd

“Het is gewoon, leuk en nuttig werk”, antwoorden Gauwe en Van den Broek. Geen dag het zelfde, de energie die erin stopt, krijg je terug. Je draagt bij aan de ontwikkeling van een kind in een levensfase waarin die zeer ontvankelijk is. En soms, als je een mindere dag hebt, gewoon niet tevreden bent en bij je zelf te rade gaat, kom je tot het inzicht dat het aan je zelf lag. Je hebt ook wat geleerd, die dag.

Leraar zijn is niet voor iedereen. Behalve didactische vaardigheden, een ontwikkeld empathisch vermogen moet je bovenal snel kunnen schakelen. “Honderden, heel verschillende contactmomenten, de hele dag door”, zeggen de leerkrachten. “Ga eens even recht op  zitten”;  “dat schrijf je met dt”. En ondertussen eveneens ’t oog houden op die andere  twintig in de klas. ‘En bij een calamiteit?’ Het hoofd koel houden, overzicht bewaren. De afgemeten personeelsformatie op beider scholen noopt dat bij ziekte van een leerkracht klassen worden samengevoegd. Loyaal ziekte uitstel gedrag dreigt, je wilt je collega toch niet opschepen met extra werkdruk en ongemak. Als uiterste middel wordt een klas naar huis gestuurd. Buitenschools, beantwoorden van e-mails van  ouders, wordt schooldirecties sterk ontraden.

‘En worden door twee-verdien-ouders taken steeds vaker taken op het bordje van de school gelegd?’ Gauwe noch Van den Broek herkennen dit niet. En is er minder vrijwilligers aanbod, een afnemende betrokkenheid van ouders? Beiden bespeuren hierin geen wezenlijke verandering. ‘Is er wel wát veranderd?’ “Ja, meer grootouders op het schoolplein. En de positie van de leerkracht als onomstreden autoriteit en de mondigheid van de kinderen. Ze zeggen heel vaak: “Waarom, meester?”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *