Elke dag worden gemiddeld 43 mensen in Nederland getroffen door hartstilstand of hartfalen. Het zijn overwegend 60 plussers. Doorgaans niet s’ morgens in een drukke winkelstraat maar meestal in de huislijke omgeving en s ’avonds. Meteen 112 bellen? Nee, niet genoeg. De aanrijtijd van ambulances op plaatsen in Leiden is ca. 10 minuten. ”De eerste 6 minuten bij een hartstilstand zijn van levensbelang”, zei Monique Bosscher op de voorlichtingsbijeenkomst voor burgerhulpverleners.
Bosscher’s organisatie, Stichting STAN Burgerhulpverlening, helpt bij de opbouw van gekwalificeerde burgerhulpverleners die 24 uur per dag 7 dagen per week met een AED’s (Automatische externe defibrillator) hulp kunnen verlenen. ‘STAN’ streeft naar 1.000 hulpverleners in Leiden er moeten in onze stad nog minimaal 250 bij. Daarvoor organiseert zij opleidingen, geeft voorlichting en adviseert gemeenten over aanschaf en plaatsing van deze levensreddende apparaten. Via een sms’je of een app op je mobiele telefoon worden opgeleide vrijwilligers bij een 112- melding in hun naaste omgeving door de meldkamer op de hoogte gebracht. Vervolgens spoeden zij zich mét een AED naar de plaats des onheils.
Een AED is een apparaat waarmee het hart van een bewusteloze patiënt via een schok op gang kan worden gebracht. De werking berust een geforceerde elektrische ontlading waardoor alle spiercellen van het hart tegelijk worden gedepolariseerd
Gezondheidsschade
De primaire opdracht van de vrijwillige hulpverleners is het overbruggen van de ambulance aanrijtijd. “De eerste minuten tellen”, aldus Bosscher. Bij een snelle reanimatie is de overlevingskans groot, of een reanimatie slaagt is mede afhankelijk van leeftijd en gezondheidssituatie van de cliënt. De kans op schade die wordt aangericht tijdelijk zuurstofgebrek in de hersenen is bij oude en broze mensen groter. Of kwetsbare ouderen na reanimatie geen (ernstige) gezondheidsschade oplopen, daarover zijn de meningen verdeeld.
In die wetenschap maken ouderen soms duidelijk dat zij niet gereanimeerd willen worden. Zij zeggen het eten hun huisarts en dragen een niet-reanimering penning of tatoeëren deze boodschap in hun hals.
“Wat moet ik als burgerhulpverlener doen, als ik deze penning op mijn cliënt aantref”, werd gevraagd. Volgens Bosscher neemt de burgerhulpverlener geen beslissing om al of niet te reanimeren, hij begint gewoon met zijn taak zoals hem geleerd is. “U laat die beslissing over aan de beroeps kracht die met de ambulance arriveert”. Nadere informatie over burgerhulpverlener: https://thecprnetwork.com/nl/burgerhulpverleners