Kleine bibliotheekjes leren ons delen

Op 11 juli werden 50 exemplaren van ‘Thuis ben je’ van Arnon Grunberg verspreid over  ruilboekenkastjes in Nederland. “We hopen dat ze gevonden worden, dus help je een handje”, staat in het internet tijdschrift ‘De Correspondent’. Eén van de boekjes werd gelegd in het bibliotheekje van Juul Mentink aan de Rijn en Schielade.  “Ik zie niks”, zegt Mentink als zij haar bibliotheekje in de voortuin controleert. “Maar, ja het is natuurlijk een leen bibliotheek”.

De mini bibliotheekjes, openbare boekenkastjes, zijn in luttele jaren een vertrouwd straatbeeld geworden. “De mijne staat er ongeveer 4 jaar”, zegt Mentink, “ik was een van de eerste in Leiden, denk ik”. Ze rommelt nog wat in het boekenhuisje maar, geen Grunberg te bekennen. “Ik hoop dat het een goede bestemming heeft gekregen”.

Hoe is de ruilboekenkast rage ontstaan? De Amerikaan Todd Bol bouwde in 2009 een één kamer school vol met boeken ter nagedachtenis aan zijn moeder. Hij had er geen idee van dat hij miljoenen mensen zou inspireren. Zijn schoolbibliotheekje voor zijn overleden moeder sloot naadloos aan bij de gedachte: ‘delen’. Waarom zouden wij allemaal een boormachine kopen die we twee keer per jaar gebruiken, een ladder of een kruiwagen, als de buurtjes die graag aan je uitlenen? De geest van meer-gebruikers kreeg vorm bij de mini-bibliotheekje . Intussen staan er ruim 70.000 ruilbibliotheken in 85 landen geregistreerd bij Little Free Library.

Juul Mentink kent het verhaal over Todd Bol niet, tijdens het gesprek legt zij vertrouwelijk haar hand op het boekenhuisje. “Ja, mijn bibliotheekje roept ook herinneringen bij mij op”, zegt zij. Aan het boekenkastje is een plaatje geschroefd met haar vaders naam.  

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *