Schaakgrootmeester John van der Wiel speelt een blinde simultaan tegen de Leidse topschaakster Leonore Braggaar én burgemeester Henri Lenferink. Na twee uur eindigt de wedstrijd tussen Van der Wiel en Braggaar met gedeelde punten. Lenferink verliest van de grootmeester na arbitrage. De game werd zondag in BplusC gespeeld ter gelegenheid van het 100 jarig bestaan van de Leidse schaakvereniging Philidor. In de bibliotheek aan de Nieuwstraat is deze maand een thema tentoonstelling over schaken te zien.
Het schaakspel is eeuwen oud, op een bord met 64 vakjes wordt strijd geleverd. Strijd? “Ja” zegt Vergeer, oud voorzitter van Philidor, “op vreedzame wijze wordt oorlog nagebootst”. In dit vreedzame oorlogsspel staan de strijdende partijen opgesteld tegenover elkaar met schaakstukken, toren, loper en paard, die verschillende eigenschappen bezitten. De koning is het doelwit, schaakmat het einde.
Is schaken alleen iets voor nerds? Vergeer: “Dat nerds imago is niet geheel ten onrechte, slechts de helft van de waarheid”. Het schaakspel vereist volgens hem opperste concentratie van de spelers en succesvolle spelers kunnen meestal ook goed abstract denken. “Zeg maar, een aantal zetten op het bord vooruit te kunnen denken”, verduidelijkt hij. “Maar schaken is ook een sociaal spel”, vervolgt hij, “ je speelt competitief tegen een iemand. En als je opzoekt wie getalenteerde schakers zijn, kom je er al snel achter dat zij meestal wiskunde in hun school pakket hadden. En een goed geheugen om alle oude schaakpartijen goed te kunnen onthouden?
Boodschappenlijstje
Uit de anekdote over de beroemde Nederlandse denksporter en dammer Ton Sijbrands, twee keer wereld kampioen, blijkt dat het ook een selectief geheugen mag zijn. Zijn vrouw vertelde eens aan een journalist dat ‘haar Ton’ duizenden speelsituaties in z’n hoofd heeft, maar als zij hem naar de supermarkt stuurt voor meer dan 5 boodschappen, maakt zij wel boodschappen lijstje voor hem.
Nederland is een land dat internationaal best meetelt in de schaakwereld. Het is wel even geleden maar in 1935 en 1937 was een de Nederlander Max Euwe wereldkampioen. Wat Anton Geesink was voor judo, dat was Euwe indertijd voor de schaaksport om schaken populair te maken. De lijst met landen die schaakkampioenen leverden, zijn allemaal landen met lange winteravonden, vertelt Vergeer. Waarom? Maar onze Philidor woordvoerder heeft daar niet zo snel een pasklaar antwoord op. Doen we iemand tekort als we zeggen dat schakers bedachtzame, rustige mensen die graag schemeren? De jarige vereniging Philidor is een bloeiende vereniging, met ca. 50 leden in leeftijd variëren tussen 12 en 92 jaar. Hun denksportcentrum in de Mors, sluit per 1 augustus, de vereniging is naarstig op zoek naar een nieuw clubgebouw. Ook Philidor heeft bekende schakers voorgebracht, twee van hen schopten het tot schaakgrootmeester: John van de Wiel en Jeroen Piket. Vergeer: “Schaken is een fijne hobby, je kunt ’t je hele leven doen, maar hun grootste prestaties leverden schakers als dertigers. En dan biecht Michiel Vergeer, een goeie zeventiger, iets op wat u eigenlijk niet mag weten: “Vroeger was ik beter in schaken”.