In de artikelenserie ‘De WMO vanuit de client gezien’ kwamen regelmatig zorg- en dienstverleners aan het woord van een van de zeven Sociale Wijkteams (SWT’s). Van een aantal werd hun werk belicht in voorgaande artikelen. De contact organisaties vóór oprichting van de SWT waren de stedelijke instellingen: Libertas Leiden, Radius, Kwadraad en MEE. Vanaf 2015 leenden zij hun medewerkers uit aan de SWT’s, gemeentelijke WMO-consulenten completeerden de wijkteams.
“Weet iedere Leidenaar nu waar hij zijn moet met vragen?” Jeannette Vader, directeur van de coöperatie SWT’s : “Nou, om eerlijk te zijn niet iedere burger, maar met bekendheid en vindbaarheid zijn we goed op weg”. Uit de cijfers die zij overlegt, blijkt dat de bekendheid van de SWT’s bij aspirant cliënten in 2016 nog 38% was, er kwamen 4.000 burgers naar één van de SWT’s, in 2017 waren dat er 5.100 en het percentage 58%. Mijn verwachting is dat dit percentage in 2018 weer een stuk hoger wordt. De SWT’s hebben een gezamenlijk budget van € 3,8 miljoen (2018) er werken ca. 75 medewerkers.
Leiden koos indertijd om de Jeugd & Gezinsteams ( J.&G teams) apart van de SWT te positioneren. Hetgeen strijdt met hun eigen uitgangspunt: Eén regisseur voor één gezin, teneinde de overzichtelijkheid te bevorderen. “We werken goed samen met de J.&G. teams. En er loopt nu een proef in de Mors en Stevenshof die er toe kan leiden: “Één voordeur voor beiden organisaties, maar het is nog toekomstmuziek”.
Dichtbij de burger
Leiden heeft SWT’s op wijkniveau, voor eerste opvang van alle grote – en kleine zorgvragen. Andere steden, kozen voor opvang van enkelvoudige en specialistische hulpverlening op verschillende plaatsen. Over een eventueel spanningsveld tussen deskundigheid en (de)centrale opvang, zegt Vader: “Al onze SWT-medewerkers beschikken over voldoende kennis en vaardigheden om de intakes voor alle verschillende en complexe problemen te behandelen. Specialistische vragen, zoals schuldhulpverlening, verstandelijk gehandicapten, worden na intake overgedragen aan de sociaal werker op locatie die over de specifieke kennis beschikt”.
Zorgverleners mopperen soms over administratieve rompslomp, administraties handelingen die veel tijd kosten en hun beletten de nodige tijd aan cliënten te besteden. Vader: “In onze organisatie wordt hierover nauwelijks geklaagd. Overbodig administratief werk, lijsten afvinken, verantwoording af te leggen over tijdsbesteding, is er bij ons niet”. “Maar het is ook best lastig een scheiding te maken tussen direct (met de cliënt) en indirect (voor de cliënt) werk.
Sociaal werkers hebben de taak bij zorgvragen proberen de sociale netwerken van zorgbehoevende burgers te activeren om zo de krimp aan professionele hulp op te vangen. Niet zorgen vóór hulp, maar zorgen dát er hulp komt, is toch hun opdracht? Directeur Vader: “Bij veel cliënten, op het moment dat onze hulp wordt ingeroepen, is het sociaal netwerk nagenoeg uitgeput”. “Gelukkig slagen wij er tot nu toe goed in de zorg – en dienstverlening te bieden die onze cliënten behoeven.” Dit is de laatste van zes serie artikelen mogelijk gemaakt door subsidie van het Leids Media Fonds .