Klokslag 21.00 uur sluit stembureau 58 in de Regenboog (Merenwijk). Een paar late stemmers mogen nog wel de deur uit. Stembureau voorzitter Jan Landkroon geeft korte instructies aan zijn vijf leden en de drie studentes die zich er net bijgevoegd hebben. Er wordt met tafels gesleept die in de lengte richting aan elkaar geschoven worden. Twee rijen, één met het bordje oneven, de ander met even. Een grote stapel stembiljetten op tafel in het midden. Ieder biljet wordt uitgevouwen en links of rechts van hand tot hand doorgegeven. Als een emmertje water bij een brand. Elk biljet wordt op de stapel met het (lijst) nummer gelegd. Met de vouw op elkaar. Geen geloop, geen gepraat, geconcentreerd en nauwkeurig.
Landkroon zit achter een tafeltje op enige afstand, hij telt niet mee, hij houdt toezicht. Later die avond, “zo rond middennacht denk ik”, maakt hij het proces verbaal op van de verkiezingsuitslag en zorgt dat het gezegeld en wel op het stadhuis komt.
Maar nu moet hij even in actie komen. “Is dit een geldig stembiljet, meneer? vraagt één van de teller/studentes. Landkroon bestudeert het biljet. Op het blanco deel (Waterschap stembiljet) heeft de kiesgerechtigde een mooie tekening gemaakt. Maar een bolletje op het biljet is duidelijk rood gemaakt. “Fraaie tekening”, zegt Landkroon”, geldig is zijn oordeel.
Op 20 maart konden de Leidenaren stemmen op 50 stembureaus op 46 locaties. Ook in de Regenboog zijn twee stembureaus. De opkomst voor de Waterschap en Provinciale Staten was goed, 56 % . En welke vergoeding krijgen de leden en tellers voor een dag stembureaus? De leden van een stembureau lossen elkaar af en krijgen voor hun inspanning € 150, de voorzitter € 170 . De tellers die om 21.00 uur pas in actie kwamen € 30. De leden van stembureaus, tenminste als ze niet gepensioneerd zijn, moeten een vakantiedag opnemen bij een werkgever. Maar voor gemeente ambtenaren op het stembureau is hun werkgever buitengewoon royaal. Zij krijgen buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging plus de € 150 vergoeding. Bevoorrechting van je ambtelijke werknemers is slecht voor het imago van de overheid.