Met een doelmatigheidsonderzoek gaat het gemeentebestuur na of het aanbod van zorg – en welzijnsproducten (nog) wel aansluit bij de vraag van Leidenaren. Maatschappelijke instellingen moeten volgens het stadsbestuur meer wijkgericht werken, waarbij toegankelijkheid van hun dienstverlening prioriteit heeft. Over deze onderwerpen bestond in de gemeenteraad grote eenstemmigheid. Onenigheid in de raad was wat zo’n onderzoek wel mocht kosten.
De gemeente Leiden geeft jaarlijks € 27 miljoen aan subsidies uit aan ongeveer 50 zorg – en welzijnsorganisaties. Hoog tijd eens kritisch te kijken naar besteding van dit gemeenschapsgeld, grofweg 5 % van haar jaarlijkse uitgaven. B.&W. stelt voor € 700.000 te reserveren voor het onderzoek. Dit bedrag, 7 ton, is voor de helft bestemd voor inhuur externe expertise en extra personeel en de andere 3 ½ ton dient om de instellingen die door een bezuiniging getroffen worden nieuwe plannen te ontwikkelen. Extra geld ter financiering van sociale plannen, afvloeiingsregelingen of omscholing van overtollig welzijnspersoneel moeten de instellingen echt zelf betalen, zei wethouder Marleen Damen streng.
Dat is wel héél veel geld, sputterden de oppositiepartijen VVD, CDA, SP en Partij Sleutelstad. Maar na een debat tussen hun vertegenwoordigers en Susannah Hermans (D66) bleken zij met hun pleidooi voor halvering wél voor een zelfde bezuinigingsbedrag te pleiten, maar verschillende doelen voor ogen te hebben.
Vernieuwing
“De discussie hoort niet te gaan over wat welke activiteiten we moeten schrappen, maar over hoe gemeenschapsgeld de komende jaren op de zelfde of betere manier besteed kan worden, misschien ruimte vrijmaken voor vernieuwing,” zei Hermans, raadslid voor D66. Haar partij vindt het budget toereikend voor een goed onderzoek. En Hermans meent dat zorgvuldigheid gebiedt een professioneel onderzoek te houden en tevens de instellingen die getroffen worden door bezuinigingen de kans te geven zich te vernieuwen. Zij verdedigde het college voorstel (D66, GroenLinks en PvdA) ‘te vuur en te zwaard’. Voor een meer wijkgerichte werkwijze hoefde, daarover hoefde zij niemand te overtuigen. Evenmin betwistte de oppositie dat in de loop van de jaren versnippering en doublures geslopen waren in de zorg – en welzijn dienstverlening.
Het oppositiefront verkruimelde toen bleek dat SP, Partij Sleutelstad en CDA tegen inschakeling van extern ingehuurd veranderingspersoneel was en de VVD tegen het vrijmaken van bedragen die als overgangssubsidies moesten dienen.
Wethouder Marleen Damen (PvdA) liet zich niet verleiden te zeggen waar zij voor zou kiezen bij eventuele halvering van het veranderingsbudget. En met de reorganisaties in het sociaal domein rustiger aan doen, vond zij al helemaal geen goed idee. Omdat volgens rechtspositionele regels ontslagvergunningen een half jaar voor de ingangsdatum aangemeld moeten worden. In sommige Leidse wijken worden dicht bij elkaar vergelijkbare of de zelfde zorg – en dienstverlening aangeboden door verschillende instellingen. De raad had alleen oog voor de betrokken beroepskrachten over de immer geprezen talrijke betrokken vrijwilligers geen woord. Met 23 stemmen vóór en 14 tegen, VVD, SP, Partij voor de Dieren, Partij Sleutelstad, werd dit voorstel voor een ‘Sterke sociale basis’ aangenomen. De veranderingen gaan in 2020 in.