Het huidige college (D66, GroenLinks en PvdA) beloofde haar burgers voor 2030 om 8.500 woningen te bouwen waarvan 30% sociale huurwoningen en 2.700 studentenwoningen. De wachtlijst voor sociale huurwoningen voor Leidenaren met een bescheiden inkomen bedraagt thans 6,3 jaar. De vraag naar studentenwoningen van (buitenlandse) studenten is groot. Maar om haar beloftes na te komen, moet de gemeente wel een bouwer vinden. Stelt de gemeente te hoge eisen aan deze marktpartij of proberen die een slaatje te slaan uit hun sterke marktpositie?
Op de ‘Middag van Wonen’ in ‘De Nieuwe Energie’ waren alle vertegenwoordigers van de marktpartijen in de bouw bijeen. De gemeente wil haar belofte gestand doen en bouwen voor onze (toekomstige) burgers en studenten. De marktpartijen willen wat verdienen en zekerheid voor hun tijdbestendige investering.
Wat eist de gemeente? De (kale) huur van een sociale huurwoning mag maximaal € 720 zijn. Mogen binnen 20 jaar niet verkocht worden. En een oppervlakte van minimaal 45m m2 hebben. De bouwer/investeerderzeggen dat zij op de bouw van een sociale huurwoning flink wat geld toeleggen. Wij willen die sociale huurwoningen wel bouwen, maar als onderdeel van groter bouwopdracht met duurdere huur – en koopwoningen. Alleen dan is het zakelijk interessant voor ons die sociale huurwoningen te bouwen. Kunnen jullie gemeente dat percentgage niet wat verlagen, bij voorbeeld naar 25%? Kunnen wij die strenge 30% bepaling niet afkopen. Als wij daarvoor nou eens € 25.000 in een gemeentelijk vereveningsfonds storten. De gemeente kan ons als marktpartijen ook tegemoet komen door de (gemeentelijke) grond waarop gebouwd wordt, goedkoper aan te bieden. Hé wat jammer, Leiden heeft behalve wat verlaten bedrijfsterreinen heel weinig eigen grond. Goedkoop grond aanbieden voor bouw in Leiden is dus geen optie. En die oppervlakte van een sociale huurwoning moet die persé minimaal 45 m 2 zijn? Als deze strenge bepaling nou eens ‘gemiddeld’ 45 m2 zou luiden! Eén persoonshuishoudens met een grondoppervlak van 40 m2, daar is toch niets verkeerd mee?
Polderen
Het loven en bieden is begonnen. Het verhaal doet de ronde dat in Amsterdam vanwege de rigide bouweisen bonje heeft met de bouwers/investeerders en dat deze marktpartijen zich volledig afgewend hebben voor bouwen in de hoofdstad. Dát moeten wij in Leiden toch niet hebben, is de eendrachtige sfeer op de bijeenkomst
De gemeente zou het liefst naast die 30% sociale woningbouw, ook huur huizen laten bouwen voor het middensegment. Zo ‘n midden huur ligt tussen de € 720 en €1.000. Hierdoor vindt doorstroming plaats uit de sociale huurwoningen. De leraar, verpleegkundige en de brigadier van politie met hun jaarlijkse periodieke salarisverhoging willen op den duur wel een kwalitatief betere woning. Een ruimer huis van 60 m2 en meer en in een leuke buurt. Maar hoe worden bouwers/investeerders verleid te bouwen. Hoe wordt voorkomen dat de verhuurder na een paar jaar deze waanzinnig gewilde woningen op een flinke huurverhoging trakteert? Een noodknop op bureau van de wethouder? Conclusie: De gemeente moet de regie rol nemen, optreden en handhaven en gelijktijdig doorpraten over de geschilpunten. Verder polderen maar dus.