‘Opstaan in het Lloyd Hotel’ door Lodewijk Asscher is maar net uit, of hij staat al bij Kooyker waar hij kritisch geïnterviewd wordt door NRC journaliste Yaël Vinckx. Asscher schrijft openhartig over zijn gezinsleven, pijlsnelle loopbaan, dramatisch verkiezingsnederlaag die in de tijd samen viel met het overlijden van zijn vader. Maar wie is Asscher? Is hij die in Amsterdam Castro aan de Amstel genoemd wordt de zelfde die vier jaar samen met Rutte regeerde?
Maar voordat Asscher aan het woord komt, peilt Vincks de stemming in het propvolle zaaltje van Kooyker. Wie is er lid van de PvdA? Bijna de helft steekt z’n vinger op . Wie stemde PvdA? Bijna driekwart. Wie vond het een stomme streek voorafgaand aan de verkiezingen in 2017 een lijsttrekkersstrijd te houden tussen Diederik Samson en Lodewijk Asscher te houden? Bijna iedereen. In de loop van de avond laat Asscher doorschemeren dat hij door zijn voortvarende opponent, die (voor zich zelf) een nieuw mandaat behoefde, er een beetje ingerommeld werd. “Nee”, erkent Asscher, “verstandig was ’t was niet”.
In z’n hart was hij liever nooit uit Amsterdam weggegaan, de rol van stadsbestuurder paste hem als een handschoen. Vertrouwde adviseurs, Cohen, Eberhart van der Laan en vader Asscher om de hoek. s ’Avonds thuis eten en informele overlegjes buiten kantoor in het Lloyd Hotel bijna op loopafstand van huis. Maar vanwege partijdruk, landsbelang en ambitie verruilde het veilige Amsterdam voor de slangenkuil Den Haag. Bij zijn aantreden als ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoSaWe) wilde hij zijn familiale avondeten thuis voortzetten. Maar dat kon echt niet zeiden de ambtenaren, die hem vier jaar lang op gebieden de baas waren.
Bestuurlijke verantwoordelijkheid nemen bij zwaar economisch omstandigheden, plicht roept, dat was de reden dat de PvdA (38 zetels) in 2013 besloot samen met de VVD (41) te regeren. Verantwoordelijkheidsbesef, oppositie mijden, dát is de sociaal democraat ‘ten voete’ uit. En waarom hij in 2017 meedogenloos werd afgestraft? “Wij zijn er niet in geslaagd de compromissen die wij bereikten als onze bescheiden successen over het voetlicht te brengen. Asscher: “Ik beschouw ‘Opstaan in het Lloyd Hotel’ als mijn verantwoording voor het door de PvdA gevoerde beleid”.
Asscher ziet het ochtendrood gelukkig weer in de nabije toekomst gloren. “We zijn op de weg terug, het neoliberalisme met marktwerking heeft afgedaan, de provinciale verkiezingen vorige maande pakten goed uit. De partij krijgt de wind mee, schrijft hij met inspirerende politieke vergezichten.
Maar naar aanleiding van een vraag uit de zaal, gaat het opeens over de vuilnismannen staking in Amsterdam anno 2010. De gemeente spande een rechtszaak aan tegen de FNV om die te verbieden. Daags voor de rechtszaak vroeg Asscher zijn vader: “Pa, wat moet ik zeggen als de vakbond wint en de stakingen doorgaan. En wat moet ik zeggen als de gemeente wint, de stad eindelijk van al die troep verlost wordt? Zijn vader antwoordde: Lodewijk, je antwoord is in beide gevallen bijna het zelfde: “Begin met het woord ‘jammer’. In het eerste geval vind je het jammer dat de stad met vuilnis blijft opgescheept. In het andere geval vind je het jammer dat het stakingsrecht niet bevestigd werd”. ‘Maar wat vindt u nou zélf Asscher, was de vraag uit de zaal’. Een duidelijk antwoord kwam niet, hij bleef steken bij begrip voor beide partijen. Goede vraag complimenteerde hij de vragensteller bij het signeren van zijn boek. Lodewijk Asscher goed schrijver, inspirerend politicus en bekwaam bestuurder. Zeer bekwaam zou Wim Kan over hem gezegd hebben. Opstaan in het Lloyd Hotel € 22,50 Uitgeverij Podium Amsterdam. Paperback 230 blz.