Het college van B.&W. beloofde vorig jaar de gemeenteraad hen goed op de hoogte te houden van alles in de mantelzorg. Leiden gaf aan mantelzorgondersteuning in 2018 € 616.000 uit. Maar is de informatie juist en volledig? Dat één op de zes Leidenaren mantelzorger is, een kwart van hen (te) zwaar tot overbelast wordt en de ondersteuningsorganisatie weinig bekendheid geniet?
Mantelzorg is vrijwillige – en onbetaalde zorg verleend aan familie en vrienden die een fysieke, verstandelijke of (sociaal)psychische beperking hebben. Mantelzorg is meer dan de gebruikelijke zorg die men elkaar in een samenlevingsverband verleent.
Volgens de brief van de gemeente geeft één op de zes Leidenaren (17%) mantelzorg en vijf van die zes doet dat al langer dan 9 maanden. Te zware of overbelasting bij 25% van de mantelzorgers, schrijft de gemeente. Volgens een onderzoek van het onafhankelijk instituut het Sociaal Plan Bureau (SCP) is dit percentage voor (te) zware of overbelasting 10% minder.
Op de vraag aan Leidse mantelzorgers of men de bestaande ondersteuning voldoende vindt, antwoordden de geïnterviewden voor 14%: ja, 15%: nee en 71%: geen mening. Dan moet er snel wat gedaan worden aan die mantelzorgondersteuning in Leiden, is de eerste gedachte die bij je opkomt bij het lezen.
Over de bekendheid van de mantelzorgorganisaties bestaan geen landelijk onderzoeksgegevens. Maar dat percentage is echt niet zo alarmerend. Immers het overgrote deel van de Leidse mantelzorgers 80% (?) redt zich redelijk, heeft geen hulp nodig en geen weet van geen ondersteuningsorganisaties.
Kinderen mantelzorger
De gemeente meldt onder andere aan de gemeenteraad dat het merendeel van de 20.000 Leidse mantelzorgers 44 jaar of ouder is en vooral bestaat uit niet-werkenden en gepensioneerden. Onvermeld blijft dat veel jonge kinderen mantelzorger zijn in gezinnen, zorgt voor een broertje of zusje, vader of moeder. Dát schreeuwt om beleid. Het klassieke beeld doemt op in de rapportage, dat de groep van 50 en 60 jarigen zorgen voor de partner of hun vader of moeder van rond de 80.
En de constatering dat middelbaar en lager opgeleiden relatief vaker mantelzorg verlenen dan hoger opgeleiden, roept op z’n minst vragen op. Zeker is wel dat mensen met een lagere opleiding langduriger mantelzorg verlenen aan hun vader of moeder. Evenals hun kinderen hebben deze ouderen vaak ook een bescheiden opleiding gehad en een (zwaar) fysiek werk verricht. Het is bekend dat deze ouderen een langere periode van slechte gezondheid doormaken voorafgaand aan hun overlijden
De bronnen waaruit de gemeente haar informatie put, zijn onder andere stads- en wijkenquêtes. Gegevens werden veelal direct door betrokkenen op vragenlijsten ingevuld en de conclusies ,lopen niet over van betrouwbaarheid. En wie is geraadpleegd? Veel mantelzorgers die voor hun Leidse ouders zorgen, wonen zelf buiten de stad. En omgekeerd, de mantelzorgers in Leiden, zij die de vragenlijsten invulden, zorgen vaak voor iemand buiten Leiden. Trouwens welke overbelaste mantelzorger neemt een uurtje de tijd om lijsten met vragen in te vullen?