Nog niet alle geheimen ontsloten op Openbaarheidsdag 1944

Na 75 jaar worden de Leidse politiedossiers uit 1944 openbaar. Lijvige mappen vol data en paar regels verslag. Schoorsteenbrandjes, aanrijdingen, diefstallen en vermissing van persoonsbewijzen. Er raakten toen veel  persoonsbewijzen kwijt. Maar achter deze onopvallende entrees schuilen soms verhalen van overspel, seks, verraad, moord en doodslag. Adjunct directeur Cor de Graaf van Erfgoed Leiden e.o. deed een boekje open over het laatste oorlogsjaar.

Voor de meeste Leidenaren kabbelde het leven in de eerste oorlogsjaren gewoon voort. Houd je gedeisd, vingers gekruist op de rug, wacht op betere tijden. “Nu 75  jaar later zijn ze razend nieuwsgierig naar de gebeurtenissen tijdens mijn leven”. Aan het woord: Jannie van der Reek (1941) woonde aan de Oude Singel 9  en Wil van der Ploeg (1945) van de Haarlemmerstraat nr. 117. Zij  beleefden de Tweede Wereld oorlog als kind niet bewust. Het zijn veelal verhalen van hun ouders die zij tot herinneringen maakten”. “De reuk van suikerbieten die op de Beestenmarkt overgeladen werden, als ik 75 jaar later daar langs kom, ruik  ik het weer”, zegt Van der Reek . “Tegen de muur aan staan bij een bombardement”. Van der Berg: “Mijn vader vertelde dat er een Duitse vrachtauto vol met rode kolen door de Haarlemmerstraat reed, een Leids jochie er eentje afpikte en met de ‘maaltijd’ wegholde. De Duitse vrachtwagenchauffeur stapte uit”, vertelt zij,  “schouderde zijn geweer en schoot de jongen dood”. De datum van het voorval is niet meer te achterhalen.

Moordaanslag

Politierapport: 3 januari 1944. Moordaanslag op directeur Gewestelijk Arbeidsbureau, de NSB’er G. Diederix, voor Rapenburg nr. 8. Als represaille voor deze (mislukte) moordaanslag door het verzet, werden daags daarop (4 januari) drie vooraanstaande Leidenaren gefusilleerd en 32 naar een concentratiekamp gestuurd. ‘Action Silbertanne’ was de naam van deze Duitse standaard vergeldingactie. Drie Leidenaren, twee artsen en de rector van het Gymnasium, vermoorden stond tegenover het doden van één Duitser of sympathisant.

Op 22 maart (mislukte) moordaanslag op Nanna Rogier een alias voor  Maria Arnoldus -Dubbeldeman. Mevrouw Arnoldus deelde vol overgave het bed met Nederlandse SS-er Engel Schuur, die zijn slaapkamer prestaties breed uitmeette in zijn liefdesbrieven.  Maria Arnoldus -Dubbeldeman was de schoonzus van de verzetsheld Joop Dubberdeman, wiens naam staat op de herdenkingsnaald in de Kooij. Het was een schampschot, ze verloor twee kiezen, de tandarts doet het netter.

Op dinsdag 3 september aangifte in het politiedossier van een bewoner van de Zoeterwoudsesingel wiens auto door een Duitser gevorderd werd. Die 3 de september 1944 was ‘Dolle Dinsdag’. De Duitsers waren daags daarvoor uit Brussel en Antwerpen verdreven, de NSB’ers raakten in paniek en namen de wijk naar Duitsland. De joyrider moet zijn achterbank vol hebben gehad met meisjes  (moffenmeiden) want de volgende dag deden verscheide deugdzame Leidse vaders aangifte van de verdwijning van dochters.

Op 15 oktober 1944 een korte mededeling in het politiedossier dat perceel Lammenschansweg 68 om 15 uur in de lucht vliegt. Deze ontploffing was een represaille voor de ter plekke geconstateerde aanwezigheid van een geheime radiozender bediend door een Engelse officier.

Dader onbekend

Wie haalde de trekker over op 3 januari en doorboorde de nier van de NSB’er? Twee verzetsstrijders, waaronder Joop Dubbeldeboer, claimen deze moordaanslag. Was het pistoolschot die Maria Arnoldus -Dubbeldeman voor haar kiezen kreeg de straf voor haar als landverrader of was ‘Nanna’ een Leidse Mata Hari? Dader onbekend. En wie was die joyrider die met de Zoeterwoudsesingel auto plus  harem in oostelijke richting vertrok? Verborgen in de stoffige politiedossiers van 1944 liggen nog geheimen die ontsluierd moeten worden. Erfgoed Leiden e.o. zoekt nieuwsgierige researchers.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *