“Als een cliënt aan de telefoon in huilen uitbarst, panisch deze week niet genoeg eten te hebben voor haar gezin, ervaar je de impact van de coronacrisis op sommigen”. “Gelukkig kon ik haar geruststellen”, vervolgt de vrijwilliger van de voedselbank regio Leiden. Vorige week bezochten minister Carola Schouten en staatssecretaris Tamara Van Ark de voedselbank in Leiden om de vrijwilligers een hart onder de riem te steken.
Het zijn heftige tijden voor de Leidse voedselbank, de wereld staat op z’n kop. En de routine, vraag en aanbod van levensmiddelen, staat onder druk. Bovendien is het vrijwilligerskorps wegens huiselijke verplichtingen of om gezondheidsredenen uitgedund. Voedselbank voorzitter Karel van Schie ontvangt het regeringsbezoek met deze ernstige boodschap. Hij verzekert het Haags bezoek dat de voedselbank doorgaat zo lang ze kan.
Slinkende voorraden
Hoe lang kán ‘t? Door het hamsteren in supermarkten is de aanvoer met 35% teruggelopen daar staat echter gelukkig tegenover de royale voedsel donaties van horecabedrijven. Niettemin slinken de voorraden. Van Schie vertelt dat er vooral behoefte is aan vers fruit en groente, deze voorraad strekt voor 1 á 2 weken. Voor duurzame voedingsmiddelen, rijst, pasta’s en dergelijke is een voorraad van 3 á tot weken. Van Schie: “Vanwege de gezondheidsbedreigende omstandigheden kunnen de cliënten niet zo als ze gewend zijn ‘winkelen’ in ons magazijn. Hun door ons vooraf samengesteld voedselpakket staat in kratjes klaar om meegenomen te worden. De mogelijkheid bestaat ook de levensmiddelen thuis te bezorgen”.
De voedselbank regio Leiden bedient ruim 425 huishoudens, ongeveer 1.000 personen, waarvan één derde kinderen. Zij werkt met ca. 80 vrijwilligers. Niet iedereen kan een beroep doen op de voedselbank er bestaan landelijk vastgestelde toelatingsrichtlijnen. Inkomens criteria en het bedrag dat men ervan overhoudt voor boodschappen, zijn bepalend.
Minister Schouten bezocht voorafgaand aan haar bezoek aan Leiden een chrysantenkwekerij die net bloemen aan ‘t doordraaien was. “Laad maar in mijn achterbak”, zei ze. “Ik kom straks bij mensen die wel een bloemetje verdienen”. Hoe kan georganiseerd worden dat verse etenswaar, dat nu doorgedraaid wordt, op de goede plaats terecht komt?