‘Doe gericht aankopen, ga niet winkelen en houd minstens 1 ½ meter afstand’, dat is de instructie in coronatijd. Voor beheersing van het aantal klanten, maximaal 1 per 25 m2, worden bij supermarkten winkelwagentjes uitgegeven met gedesinfecteerde bedieningshandel. “Gebeurd niet bij Albert Heijn in de Stevensbloem”, fulmineert John de Boer. Meer Leidse winkels nemen het niet zo nauw met regels. De 1 ½ meter afstand regel wordt ook geschonden bij de groente- en fruithandel bij Kopermolen.
De Boer heeft de Albert Heijn vestiging in de Stevenshof verschillende malen, in niet misverstane bewoordingen, laten weten dat de supermarkt schromelijk tekort schiet bij bestrijden van het besmettingsgevaar van de coronavirus. Buiten de A.H. winkel in de Stevensbloem staan de winkelwagentjes aaneen gerijd met ernaast een tafeltje met een desinfecteringsmiddel en een keukenrol. Er is geen toezicht van het aantal gebruikte karretjes en winkelend publiek kan ook voor een paar boodschappen zonder winkelwagen de winkel binnengaan. “Natuurlijk is het allereerst je eigen verantwoordelijkheid om je voor besmettingsgevaar te behoeden”, zegt De Boer, “maar het management moet het publiek daartoe in de gelegenheid stellen en toezien op naleving van de regels”.
Behalve de falende hygiëne stoort De Boer zich ook aan de immer aanwezige vakkenvullers. Hij voelt zich niet veilig als hij noodgedwongen te close er bij moet om boodschappen uit de schappen moet halen. Wat hem betreft zou de winkel best een half uurtje tussentijd gesloten kunnen worden om de schappen aan te vullen.
Omdat op zijn klachten en die van verschillende andere winkelbezoekers niet serieus neemt, heeft hij de A.H. supermarkt de rug toegekeerd en doet nu zijn boodschappen bij de concurrentie. “Daar worden de regels voor veilig winkelen wel in acht genomen”, aldus De Boer.
1 ½ meter afstand
Ook bij de ‘Verse Mark’ tegenover de ‘Regenboog’ langs de passage naar de Kopermolen bestaat een onveilige situatie voor het publiek. De uitbater neemt met zijn uitstalling van groente en fruit een derde deel van de doorgang in beslag. Winkelend publiek staat de producten te keuren en hun aankopen uit de zoeken, soms staat er een haag van kooplustigen. De nog begaanbare passage is krap 2 meter, 8 stoeptegel van 25cm, en vormt een drukke voetgangers doorgang naar de Kopermolen. Daartussen slalommen de (toegestane) fietsers. De annexatie van dit stuk openbare ruimte door deze middenstander was veel passanten altijd al een doorn in het oog en hun kritiek werd door de winkelier steeds weggewimpeld. Maar de ingevoerde 1 ½ meter afstand corona verplichting kan nu, zelfs op het rustigste tijdstip van de dag, niet in acht worden genomen. De exploitant daarover aangesproken wekt de indruk, of probeert die te wekken, het allemaal niet te begrijpen. Na een zich steeds herhalend gesprek, besluit hij met de opmerking dat tussen zijn uitstalling van waren en de rand van het pad 2 meter afstand bestaat. Daarmee voldoe ik aan mijn verplichtingen, volhardt hij.