Gemeentebestuur voert horeca vestigingsbeleid in onzekere tijden

Wel een gek moment eigenlijk om nu aan Leidenaren reacties te vragen op de ‘Horecavisie Leiden 2020’, hen op dit moment te polsen of er cafés en restaurants in de stad af of bij moeten en waar en welk soort?  Je hoeft toch geen raketgeleerde te zijn om te snappen dat binnenstad horecabedrijfjes een snoeiharde sanering te wachten staat in deze coronatijd. Gevestigde bedrijven, die met ‘vlees op de botten’ overleven. Denkt de gemeente nou echt te sturen op de criteria als levendigheid en leefbaarheid?

Door Hans Schuurman

Waarschijnlijk was de ambtelijke nota vóór de corona out-break datum klaar en heeft de gemeente nog een paar zinnetjes in het voorwoord gesleuteld, zoals: wij kijken nog eens in 2023 en ’26. Het concept ‘Horecavisie Leiden 2020’ luidt in één zin samengevat: “Verbreding van het horeca-aanbod en een betere balans in de binnenstad”. Bepleit wordt diversiteit, meer en verschillende horeca-accenten en last but no least,  leefbaarheid van de binnenstadbewoners. Ten faveure van de economische vitaliteit worden zestien horecastraten geschrapt en zeven toegevoegd. Een goede balans tussen wooncomfort en voldoende horeca-aanbod voor bewoners en bezoekers is het doel.

Eventjes twee Pieterswijkbewoners interviewen. Hans Slot, oud wijkbestuurder, is sceptisch over de nota: ”De diversiteit in de Pieterswijk, de mix wonen, winkels en horeca, wordt te grabbel  gegooid, ongeremde verpretting”, schampert hij. Slot verwerpt het plan een deel van de Pieterswijk ook nog eens aan te merken als horecagebied/straat. Hij vreest ongeremde horeca expansie. Zijns inziens betekent de B.&W. visie neergang van het concept Pieterswijk: ‘dwaal wijk’ en ‘t einde van de evenwichtige mengvorm wonen, horeca, winkeltjes en cultuur.

Kunstenaar en wijkgenoot Wim Kuin,  is minder tot twijfel geneigd. Hij wijst liever op de gunstige ontwikkeling in het Pieterskwartier waar het aantal horecastraten vermindert en de hoofdaders tussen Breestaat en Rapenburg als gebied voor horeca, winkels en wonen overblijven. De overlast voor bewoners zou zo binnen de perken blijven. Kuin, met door zijn kunstenaarschap geïnspireerde belangstelling, zou in het Cultuurgebied bij de Lakenhal, Gebroeders De Nobel en Scheltema, behalve meer horeca met terrassen ook graag  andere cultuur uitingen zien, bijvoorbeeld galerietjes.

Ondergeschikte horeca

In een tijd dat de horecabranche zwaar onder druk staat en iedereen begrijpt dat dat de consumptieprijzen (nog meer ) omhoog gaan, wil  het stadsbestuur ‘ondergeschikte horeca’ faciliteren. Winkels waar je ook een kopje koffie en een glas wijn kunt drinken. Concurrentie vervalsing? Nee, we hebben ’t even niet over het prosecco-tje dat de juwelier (gratis) inschenkt bij zijn verkoop van trouwringen. Het gaat hier over mengvormen van winkelfuncties. Sieraden, schoenen, verzorgingsproducten gecombineerd met een ruimte waar (non) alcoholische consumpties worden geserveerd. Om de concurrentiepositie ten opzichte van zelfstandige horeca te waarborgen, stelt de gemeente restricties. Zo mag maximaal 30% van het bedrijfsvloeroppervlak met een maximum van 70m2 voor ondergeschikte horeca gebruikt worden en moet de winkelier een drank- en horecavergunning hebben. Kuin tilt  minder zwaar aan de schade die de reguliere horeca eventueel berokkend kan worden. In een goed gesorteerde boekwinkel of een kunstwinkel zullen boekensnuffellaars en kunstliefhebbers graag een tijdje doorbrengen met een kopje of glaasje in de hand. En dat zijn lang niet altijd potentiële klanten voor de reguliere horeca, denkt hij. 

Aan de ‘Horecavisie Leiden 2020’ werkten adviesbureaus, werden al ondernemers en hun vertegenwoordigers geconsulteerd, een stadsenquête gehouden en bewonersverenigingen hun menig gevraagd. De visie ligt vanaf vrijdag 17 juli zes weken voor inspraak. Daarna zal het college van B.&W. de inspraakreacties verwerken en de visie in de gemeenteraad bespreken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *