Leiden – ‘Samen maken we de stad’, is de titel van het beleidsprogramma 2018-2022, waarmee het huidige college van B.&W., D66, GroenLinks en PvdA, met ambitieuze plannen van start ging. Maar halverwege de zittingsperiode lijkt haar belofte, samen te werken mét de bewoners, op een confrontatie uit te lopen. Acht voorzitters van de binnenstad buurtverenigingen zegden het overleg met stadsbestuur voor op. “Overleg is zinloos als we alleen maar goed zijn om het wettelijk verplichte participatievinkje te legitimeren”, zegt Arthur Elias.
door Hans Schuurman
Elias, voorzitter van Maredorp-de Camp, is penvoerder van de acht binnenstedelijke buurtverenigingen. “Het is een unanieme beslissing die echt niet lichtvaardig genomen is”, zegt hij, “wij zijn gekozen om belangen van de buurtbewoners te behartigen maar zo gaat het niet langer”. Waarom deze radicale keus af te zien van beïnvloeding mogelijkheden? Elias: “Met participatie hoef je natuurlijk niet in alles je zin te krijgen, maar wel de overtuiging te hebben dat je mening er toedoet, je inbreng meerwaarde heeft”.
Aanleiding van het opschorten van het overleg is het verzoek van het college mee te praten over het project ‘Autoluwe Binnenstad’. “Als de uitkomst van zo ’n overleg tevoren al vaststaat, besteden wij geen tijd en energie aan, aldus de verbolgen Elias. Met een rijtje voorbeelden uit het recente verleden, illustreert hij de gezamenlijke voorzitters beslissing. Hij haalt eerst diep adem alvorens hij de rij geschilpunten opnoemt. Bij het evenementenbeleid was hetterugdringen van de maximaal toegestane geluidscategorie een probleem. De voorzitter van Noordvest-Molenbuurt had over de gehoorschade die men kon oplopen een gedocumenteerde notitie geschreven. Door de gemeente is daar niets mee gedaan. Over het Horecabeleid werd vooroverleg gevoerd, maar op een reeks indringende schriftelijke vragen van ons kregen wij nimmer een antwoord. En bij het advies of er de een paar parkeerlagen op de Haarlemmerstraat AH garage gebouwd kon worden, werd al bij voorbaat tegen ons gezegd dat die ophoging er sowieso komt. Ook een voorstel voor een integraal verkeersplan voor het gehele gebied werd direct naar de prullenmand verwezen. En in de klankbordgroep Kaasmarkt volharde de gemeente dat er aan de randen van de Rijn bebouwing moest en zou komen. We zitten er voor ‘spek en bonen’ bij, we worden weggezet als mensen zonder verstand van zaken en als vrijwilligers, vertegenwoordigers van onze buurt, respectloos behandeld.
Afbrokkelend draagvlak
Besturen van de buurtverenigingen laten zich niet langer gebruiken om te figureren in de verplichte participatie om gemeente beslissingen te legitimeren. “Wij vinden het college niet transparant en slecht communiceren”, aldus Elias. Het stadsbestuur lijkt zich er niets van aan te trekken dat hun draagvlak onder de binnenstad bevolking verder afbrokkelt. De acht voorzitters wachten nu eerst een inhoudelijke reactie van het college af, maar zitten ondertussen niet stil. Zo is er, om maar één voorbeeld te noemen, in de wijken Maredorp en Pancras-West onlangs een burgerinitiatief herinrichting Kaasmarkt gestart, waar met hulp van vier deskundigen, waaronder twee gerenommeerde landschapsarchitecten en met steun van 70 omwonenden, binnen vier maanden een totaal plan voor de Kaasmarkt op tafel moet liggen.
De brandbrief aan het college is ondertekend door: Arjan Dekker, voorzitter Hogewoerd en omgeving, Aart Martin de Jong, voorzitter Pieters- & Academiewijk en Levendaal-West, Annemarie Koopman, secretaris Zeeheldenbuurt, Foppe van Rees Vellinga, voorzitter Pancras-West, Wiecher Steenge, voorzitter Noordvest-Molenbuurt, Nelleke van Varick, voorzitter Tussen de Rijnen, Ben Zech, voorzitter De Put in de Oude Morsch en Arthur Elias, voorzitter Maredorp-de Camp.