Bedrijfssluiting drijft horeca ondernemers tot rand faillissement

Er valt weinig te lachen voor Leidse horecaondernemers. David Zock, eigenaar van café restaurant ‘Aan de Rijn’ moest wegens corona zijn zaak vanaf maart (gedeeltelijk) sluiten. Zock: “Fijn dat hotels open mogen blijven maar vreemd dat een lunchroom in een drukke winkelstraat dicht moet. Leden van de afdeling Leiden van Koninklijke Horeca Nederland (KHN) zijn het zat en besloten om op 17 januari met in achtneming van strikte voorwaarden hun zaken voor gasten te heropenen. Wat brengt deze gezagsgetrouwe ondernemers tot deze burgerlijke ongehoorzaamheid?

door Hans Schuurman

‘Staat het water je tot de lippen, David’, begin ik met een clichévraag. “Nee, het water loopt al naar binnen bij mijn ca. 125 branchegenoten in de binnenstad,” antwoordt Zock.  “Wij krijgen de Zwarte Piet toebedeeld als brandhaard van covid besmetting”.  En verontwaardigd vervolgt hij: “Op drukke winkeldagen wordt op de Haarlemmerstraat nauwelijks 1 ½ meter afstand gehouden en in restaurants van een hotel plus grand cafés worden wel gasten ontvangen”.

Aanleiding van de opstand lijdend tot verzet van de horecaondernemers is de uitlating van minister Hugo de Jonge vorige week die in de Haagse wandelgangen gezegd zou hebben ervan uit te gaan dat een gedeeltelijke lockdown ook na half januari zou bestaan. Dat zette bij veel horecaondernemers kwaad bloed. De regels gehoorzamen betekent dat hun bedrijven omvallen als verdere steunmaatregelen uitblijven. In  hun verzet bevinden Leidse horecaondernemers zich in gezelschap 150 van de 244  afdelingen van KHN trekken de zelfde lijn. Den Haag, Amsterdam, Rotterdam en Utrecht doen niet mee. De horecaondernemers voorzien dat zonder spoedige heropening of steunmaatregelen dat 50 procent van hen failliet gaat.

Strijdvaardig

“Ja, 17 januari”, herhaalt Zock strijdvaardig, tenzij de overheid geschikte compensatie geeft. Dan zijn de feestdagen voorbij en ontvangen wij onze gasten op de zelfde manier als deze zomer. Tafel reserveren verplicht en  gezondheidscheck aan de deur. De bediening draagt mondkapjes en als de gasten zich binnen verplaatsen, moeten zij ook een mondkapje dragen. Zittend kunnen de mondkapjes wel af. “Eet ook lastig”, grapt hij om de gespannen sfeer te doorbreken.

“Buiten de zomermaanden die vanwege het mooie weer niet slecht voor hen uitpakten zoals horecaondernemers mét een terras, teerden de horecaondernemers in op hun vermogen, reserves of spaarcenten”, vertelt Zock. “Met de overheidstegemoetkomingen die ik ontving, kan nog niet eens mijn vaste lasten, huur, energie en onderhoud betalen”. “Er is ook geen stip op de horizon, geen toekomstperspectief, verwijt hij de Haagse beleidsmakers.

Zo kritisch als Zock is over het rijksoverheidsbeleid voor café restaurant, zo goed is hij te spreken over contacten tussen de plaatselijke horeca en het gemeentebestuur . “De ambtenaren én de wethouder zelf (Yvonne van Delft: HS) zijn ons waar mogelijk zeer ter wille”.

Wat is het gevolg als de helft van de ongeveer 150 horeca bedrijven in Leidens binnenstad ophouden te bestaan? “Nog meer leegstand en verpaupering van de binnenstad”, antwoordt Zock.

Bij het schrijven van dit artikel druppelde in de media informatie door dat er met terugwerkende kracht naar 1 oktober een extra tegemoetkoming komt voor bedrijven die meer dan 70 procent minder omzet hebben dan eerder. Zij kunnen 85 procent van hun vaste lasten terugkrijgen. Tot nu gold alleen de regeling dat alle bedrijven die meer dan 30 procent omzetverlies hebben maximaal 50 procent van dat verlies gecompenseerd krijgen. “Even afwachten”, reageert Zock op dit prille nieuws.  Dit is in ieder geval een stap in de goede richting en we zijn blij dat er naar ons geluisterd wordt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *