Hoe het stationsgebied er komt uit te zien, stelt de Leidse gemeenteraad volgende maand vast. Dit raadsvoorstel biedt volop ruimte voor wensen van andere partijen zoals Rijk, Provincie, NS en ProRail. Ook voor projectontwikkelaars houdt het stadsbestuur manoeuvreerruimte omdat zij de inrichting van de openbare ruimte (indirect) betalen. Met haar voorstel ‘Gebiedsvisie stationsgebied’ ligt het stadsbestuur flink overhoop met bewoners die zich geschoffeerd voelen. Geeft de raad aan B.&W. een blanco cheque of schaart zij zich achter de kritische wensen van bewoners?
door Hans Schuurman
De nota ‘Gebiedsvisie stationsgebied’ start met de ronkende aanhef: ‘Het stationsgebied wordt een bruisende plek waar wonen, werken, reizen en verblijven samenkomen’. Er wordt gesproken over de duurzaamste kilometer van Nederland. “Een betekenisloze reclameteksten”, aldus Hugo Priemus, emeritus hoogleraar Systeeminnovatie Ruimtelijke Ontwikkeling aan de TU Delft, nauw betrokken bij informatiebijeenkomsten en inspraakrondes. Ook hij stopte onlangs zijn advisering, evenals andere leden van de Kennistafel Stationsgebied, teleurgesteld over de resultaten van alle inspanningen. “Een onrealistische Public Relation document”, aldus Priemus, zelfs over de blote feiten, het startpunt van iedere discussie, konden wij het niet eens worden met de gemeente. Een opvallend gebrek aan proefondervindelijke gegevens en cijfers, nergens in euro’s gekwantificeerd”.
Sinds 2012 werkt de gemeente aan een gebiedsvisie voor het stationsgebied. Het vorige college belegde bijeenkomsten waar bij de ingang viltstiften en blanco vellen papier werden uitgedeeld. “Wilt u al uw wensen en ideeën op papier zetten”, klonk bij de hartelijke verwelkoming. Aan het slot van de avond plakte de wethouder enthousiast kleine gele stickers om de prioriteiten te duiden.
Een paar jaar, en een college verder, werd aan de zelfde mensen een ander plan gepresenteerd, met een busstation aan de stadszijde gelukkig. Maar de participatie verliep stroef. “Het lijkt wel of alle inspanningen van de gemeente er slechts toe dienen ons van hún zienswijze te overtuigen”, mopperden de bewoners. Zij keerden zich van de gemeente af en net als op andere bouwplekken in de stad groeide onvrede en volgde opschorting van ‘t overleg tussen bewonersvertegenwoordigers en de gemeente. De gemeente gealarmeerd, door deze wijdverspreide heibel en met de gemeenteraadsverkiezingen in aantocht, huurde onderzoeksbureau Platform 31 in om de burgerparticipatie te evalueren.
In de plannen voor het stationsgebied rijden de bussen straks vanaf de zelfde plek vóór Leiden Centraal. Van trein naar bus loopt men overkapt. Priemus juicht versterking van de woonfunctie met 1.000 tot 1.250 woningen toe. De woningen komen op de locatie oude belastingkantoor en Morspoortgarage, op de bus parkeerplaats van Connexxion en tegenover Leiden C.S. stadszijde. De ‘Berlijnse muur’ wordt deze laatste locatie genoemd. Priemus zet vraagtekens bij de dominante bouwhoogte van 50 en 70 meter. “Duur bouwen, grote slagschaduwen en windhinder”, merkt hij op. Hij pleit voor accenten op studentenhuisvesting en ouderenhuisvesting, nu nauwelijks genoemd worden. Op de beoogde drie bouw locaties, belooft het college 30 % sociale woningbouw. “Geen eenvoudige opgave, zeker als er nauwelijks serieus met de corporaties is overlegd”. Een parkeernorm van nul per woning lijkt hem weinig realistisch. Bevordering van voetgangersverkeer, fietsen, deelauto’s en taxi’s ziet hij als een goed uitgangspunt, maar de auto is veel te krachtig weg gedefinieerd. Voor de vergroening en vergroting van het wateroppervlak is zijns inziens te weinig ruimte en zonlicht. “Eerst zien, dan geloven”, zegt hij. Het Leidse stationsgebied is opgenomen in het landelijke Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) die grote projecten (mede) financiert. Volgens Priemus kan dit er op afzienbare termijn toe leiden dat de gebiedsvisie stationsgebied die in juni door de raad vaststelt snel achterhaald is.