De stadhuisverbouwing zit wat tegen, feestelijk opening dit najaar wordt niet gehaald. De gemeente die elk nieuwtje publicitair altijd breed uitmeet met een persbericht, die luie journalisten vervolgens overpennen, vond het uitstel niet nieuwswaardig genoeg. Zij meldde deze tegenspoed alleen schriftelijk aan de gemeenteraad. En wordt ‘t ook duurder? Dát weet de wethouder nog niet. De verbouwing ligt politiek gevoelig. “Als maar niet voor de vierde keer de financiële planning niet gehaald wordt, moppert gemeenteraadslid Joost Bleijie (CDA).
door Hans Schuurman
In 2015 beloofde de stadhuisverbouwing verantwoordelijke wethouder Marleen Damen dat de exploitatiekosten van alle gemeentelijke huisvesting het bedrag dat toen werd uitgegeven, € 6.900.000 per jaar, niet zou overtreffen. Het bleef passen en meten, rentelasten zitten mee, ambtenaren verbonden aan het bestuursapparaat blijven nu langer in LEVEL zitten, kost geld. De gemeente meldt dat haar medewerkers en leidinggevenden tijdens corona prima vanuit huis konden werken en digitaal team overleg goed lukt. Zij vindt het echter te vroeg om voor haar kantoren de flexfactor van 0.7 te verlagen. De rapportage aan de gemeenteraad meldt dat de restauratie van de raadzaal, Leidse Werken, gevel, toren en carillon voortvarend verloopt maar vergt extra aandacht vergt. Geen melding van herbouw van het openbare (gehandicapten) toilet dat bij de verbouwing gesloopt werd. Hoge-nood- klanten kunnen gerust de stad in..
23 vergaderkamers
Op de begane grond van het stadhuis, of moeten we ‘Huis van de Stad’ leren zeggen, komt een vergadercentrum met vijftien vergaderkamers van verschillende omvang. Aanvullend zijn er op de andere verdiepingen ook diverse vergaderkamers. Net als in het stadskantoor LEVEL krijgen de vergaderkamers ook namen. Dit keer van (oud) inwoners die zich op het gebied van bestuur, kennis, verzet en ontmoeting naam verwierven. Het zijn er 23, teveel om op te noemen, dus hieronder maar een drietal. De gemeente is zorgvuldig te werk gegaan en dient geprezen te worden voor de naamgevingskeuze, nou is niet alleen van onze overbekende geschiedenishelden. Kamer 11. Copello kamer, vernoemd naar Annelien Kappeyne van de Coppello. Zij was Tweede Kamerlid uit Leiden, gemeenteraadslid, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Lubbers I en lid van de Raad van State; zij zorgde ervoor dat de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam in de Grondwet kwam te staan. Er naast, kamer 11, Van Duuren kamer, vernoemd naar Toos Fallaux-van Duuren, verzetsstrijdster in de Tweede Wereldoorlog, gemeenteraadslid van 1980 tot 1986, bestuurslid van het Verzetsmuseum Zuid-Holland en Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Kamer 16 Coeberg kamer vernoemd naar Dora Coebergh die veel liefdadigheidswerk verrichtte, actief was in de Vereeniging Armenzorg en penningmeester bij Leidsche Maatschappij van Weldadigheid en in 1936 het gouden erekruis Pro Ecclesia et Pontifice kreeg en benoemd werd 11. Annelien Kappeyne van de Coppello Annelien Kappeyne van de Coppello was een Tweede Kamerlid uit Leiden, gemeenteraadslid, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in Lubbers I en lid van de Raad van State; zij zorgde ervoor dat de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam in de Grondwet werd opgenomen.
tot Ridder Orde van Oranje Nassau.