Leiden heeft 43 kerken en gebedshuizen velen ervan kampen met sterk teruglopende bezoekersaantallen. De corona epidemie verergerde de neergang. Onderhoudskosten van het gebouw, de leeftijd van bestuurders en vrijwilligers bedreigen de continuïteit, leegstand en verpaupering liggen op de loer. De gemeente deed onderzoek en hoewel het kerkelijk leven niet tot hun verantwoordelijkheid behoort, levert het religieus erfgoed wel beeldbepalende gebouwen.
door Hans Schuurman
Elke weidse blik op Leiden toont de majestueuze Pieterskerk, de kolossale Hooglandse kerk, het silhouet van de Marekerk en de hemelse Hartebrugkerk (Coelikerk) aan de Haarlemmerstraat, ze zijn gewoon niet weg te denken uit Leidens’ straatbeeld. Ons rijke kerkenlandschap weerspiegelt Leidens’ roemrucht verleden met 43 kerken die er oorspronkelijk voor gebouwd zijn. Ongeveer 1/3 van hen kreeg in de loop der tijd een herbestemming. En van de nog in gebruik zijnde bedehuizen hebben velen een historisch- (rijks) monumentale status. De helft van de Leidse bedehuizen werd gebouwd vóór 1900.
De helft is ‘katholiek’ waartoe ook de Oudkatholieke kerk aan de Zoeterwoudsesingel gerekend wordt. Tweede grote speler is de Protestantse Gemeente van Leiden. Volgens het gemeentelijk onderzoek is de verwachting van ledentallen en publiek betrokkenheid redelijk stabiel voor de komende 5 tot 10 jaar. Verwachte groei komt sporadisch voor, vermoedens van sterke krimp evenmin. Op de vraag naar de (financiële) verwachting ten aanzien van onderhoud van het gebouw geeft één gemeenschap aan dat zij het écht niet meer redt, twee verwachten ze het nog 1 tot 5 jaar kunnen vol houden en twee andere kerkbesturen stellen de toekomstverwachting op 5 tot 10 jaar. Voor de overigens geldt de verwachting van 10 jaar of langer. De herkomst van de kerkbezoekers verschilt per kerk, maar de meeste bezoekers van de bedehuizen komen allemaal uit de regio of deels uit de regio. De overcapaciteit van de grote bijeenkomst zalen is overwegend groot, het reguliere bezoekersaantal is een fractie van aanwezige capaciteit.
Oecumenisch kerkelijk centrum ‘De Regenboog’ in de Merenwijk is een uitzondering het kerkenlandschap. Bij de bouw begin jaren ‘70 werd besloten een kerk voor Katholieken, Gereformeerden en Hervormden te bouwen. De kerkzaal en kleinere vergaderruimten heeft veel aftrek voor verschillende maatschappelijke activiteiten. Andere kerken proberen hun financieren ook bij te spijkeren met huur voor vergaderruimte, kaartclubs en lezingen. De voormalige Opstandingskerk aan Steenschuur is op straatniveau sinds 2008 een fitnesscentrum. De Leonarduskerk aan de Haagweg kantoorruimte. De Kruisherenklooster Mater Dolorosa aan de Vrouwenweg studentenhuisvesting. Er bestaat weinig verschil in de toekomstverwachting tussen de verschillende gezindten. Oudere kerkgenootschappen, katholieken en protestanten hebben wat lagere toekomst verwachtingen dan wat jongere groeperingen als gereformeerden en evangelisten