Het college van B.&W. vindt de situatie van zorg aan huis, jeugdhulp en maatschappelijke dienstverlening waarvoor zij verantwoordelijk is, financieel zorgwekkend. Maar kiest er niet voor deze sociaal domein taken aan te sturen volgens een plan. Zij gaat daarmee dwars in tegen de opvatting van de Adviesraad Sociaal Domein én tegen VVD raadslid Alyssa Voorwald, die niet blij is dat de Monitor Sociaal Beleid een ‘signaleringsdocument’ is.
door Hans Schuurman
De onafhankelijk raadgever van B.&W., de Adviesraad Sociaal Domein, heeft kritiek op de werkwijze van het stadsbestuur. Zij vindt dat de gegevens die bijeen zijn gebracht geen signaal behoort te zijn maar wat de gemeente gaat doen aan betere thuiszorg, huishoudelijke hulp gezinsbegeleiding etc.
Ondanks de opgelopen tekorten in de jeugdzorg vindt het stadsbestuur van zichzelf dat zij het best goed doet. Zij rechtvaardigt haar opvatting door zich te spiegelen aan andere, in grote vergelijkbare steden, die nog meer dure specialistische jeugdhulp, psychiaters en psychologen inschakelen. Zij verklaart haar goede rapportcijfer door te verwijzen naar Jeugd en Gezinsteams (JGT’s) in de wijk die veel van de problemen afvangen. Maar in 2020 steeg het aantal jongeren met jeugdzorg naar 2.875 ten opzichte van 2.820 in 2019. En dat Leiden gunstig afsteekt bij andere middelgrote steden is te verklaren door het grote aandeel kerngezonde 18 tot 25 jarigen, de studenten in onze gemeente. Raadslid Voorwald plaatst een kritische kanttekening bij de zelfgenoegzaamheid van het college. “In Leiden wonen relatief veel mondige, hoog opgeleide ouders, die voor ‘de beste zorg voor mijn kind’ niet snel genoegen nemen met een ‘nee’ van de huisarts of sociaal werker.”
Sinds 2021 betaalt iedereen voor hulp of ondersteuning vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) een vaste eigenbijdrage van maximaal € 19,- per maand. Vóór 2021 werd de eigenbijdrage voor huishoudelijke hulp naar hoogte van het inkomen geheven en was voor een modaal inkomen veel hoger. Het gevolg was dat de introductie van het € 19 tarief een sterk aanzuigend effect had. Mensen die eerder uit eigen netwerk hulp kregen of het uit eigen zak betaalden, meldde zich nu bij de Wmo. Voorwald verwijt het B.& W. te gemakkelijk deze lastenverhoging van publiek geld te aanvaarden en vindt dat de gemeente onvoldoende gebruik maakt van haar wettelijke mogelijkheden om deze uitgaven te beperken. Voorwald: “De gemeente zou strenger dienen te toetsen of de hulp ook met mantelzorg of anderszins uit het eigen netwerk gegeven kan worden. Het College geeft aan hier aan te werken, maar resultaat is niet te zien. De keukentafelgesprekken mogen best steviger gevoerd worden. Met dit gemeenschapsgeld zouden we anders ook de wachtlijsten in de jeugdhulp kunnen aanpakken.”
Traplift á € 19 per maand.
De prijs van een traplift is ca. € 5.000 . De bewoner die vanwege lichamelijke gebreken niet meer naar slaap- en badkamer naar boven kan komen, kan die krijgen. Voor een traplift verstrekt door de Wmo betaalt de burger nu € 19 per maand. Voorwald: “De gemeente wil liefdevolle zorg geven aan inwoners. Maar met de aanstaande vergrijzing komen we financieel in de knel als we geen keuzes maken. Daarom is het hoog tijd voor een goed gesprek: welke zorg regelt de gemeente en welke zorg regelt de inwoner zelf? Elke levensfase kent zijn eigen uitdagingen. En soms mag je daar best een hogere eigen bijdrage voor vragen. Of het nu gaat om een bijdrage aan huiswerkbegeleiding op de middelbare school, of het installeren van een traplift”.
De liberale zegsvrouw daagt het huidige ‘linkse stadsbestuur’ uit in dialoog te gaan met de stad over welke voorzieningen voor eigen verantwoordelijkheid, rekening en risico van de burger moeten zijn en welke door de gemeente, uit gemeenschapsgeld.