In de thuiszorg bestaat code zwart al

Alle publicitaire aandacht over corona is de gevestigd op de dreiging dat de Intensive Care geen patiënten meer aankan. Maar ondertussen voltrekt zich een drama in de thuiszorg. Thuiszorgmedewerkers moeten steeds vaker ‘Nee’ verkopen. “Helaas, meneer, wij kunnen die vier zorgmomenten per dag niet aan uw vrouw geven”, zo beëindigt  Louise van Buurtzorg Leiden een telefoongesprek. “Het doet vreselijk pijn, dáárvoor ben ik toch niet de zorg in gegaan”, zegt zij vertwijfeld de telefoon neerleggend.

door Hans Schuurman

Het donkert al buiten in de Raamsteeg waar de Buurtzorg wijkverpleegkundigen na diensttijd Sinterklaas cadeautjes inpakken voor hun cliënten. “Maar een kleinigheidje”, hoor, zegt Hanneke , “een speculaaspop en een kalender, het gaat erom dat we cliënten laten weten dat we aan ze denken”. Maar wie denkt aan de thuiszorg?

In Nederland krijgen jaarlijks 1,5 miljoen mensen thuiszorg, een kwart miljoen mensen werken in deze sector. Buurtzorg Leiden, samen met andere thuiszorgaanbieders zoals Libertas en Activite leveren verpleegkundige zorg aan huis. Buurtzorg  met 7 verpleegkundigen in vaste dienst en 4 oproepkrachten heeft ca. 25 cliënten wonend in de binnenstad en de zuidelijke schil van Leiden. Tussen de 10 en 15 huisbezoeken veelal aan ouderen per (werk)dag. Wijkverpleegkundigen leveren complexe zorg, revalidatiezorg na een operatie, of zuurstof toedienen bij mensen met covid, injecties, darmspoelingen etc.. De druk op de thuiszorg is enorm. Radeloze mantelzorgers, transfer verpleegkundigen van de regionale ziekenhuizen bellen om hun ziekenhuisbedden leeg te maken en plaats te kunnen maken voor covid patiënten en voor operaties die echt niet langer uitgesteld kunnen worden.

Werkdruk

“We moeten om de werkdruk in toom te houden een lijn trekken”, zegt wijkverpleegkundige Hanneke. En die grens ligt bij bescherming van óns welzijn en gezondheid. Niemand heeft er wat aan als wij er ook onder door gaan”.  ‘Bent u de leidinggevende die daar op let, vraag ik aan Hanneke. “Buurtzorg heeft geen leidinggevenden”, luidt het antwoord. “Wij hebben teams van maximaal 12 verpleegkundigen die alle voorkomende werkzaamheden gezamenlijk uitvoeren en daarbij behoort dus ook het bewaken van elkaars welzijn”. “Landelijk is er veel ziekteverzuim en verloop van verpleegkundigen, maar gelukkig niet bij ons”. “Wij hebben wel een schaduwrooster voor het geval dat een van ons uitvalt. En we hebben nog een gelukje, ons team is net uitgebreid met een jonge collega”.

Esther, leerling wijkzuster, stopt even met presentjes inpakken.  “Ik werkte als kraamverzorgster en in mijn naaste omgeving, een oudere heer, kreeg corona. Het ziekteverloop was heel verdrietig. Maar ik zag met eigen ogen wat verpleegkundigen doen, leed  te verzachten, troost te bieden en ondanks de beschermende kleding persoonlijk erin slagen contact te onderhouden met dodelijk zieke mensen”. “Toen ben ik van beroep geswitcht en nu volg ik de opleiding voor verpleegkundige in de wijk”.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *