Aan welke Leidenaren gaat de pijpleiding uit Rotterdam warmte leveren?

Wethouder Yvonne van Delft wil het best voor de derde keer uitleggen, al klinkt een licht irritatie door in haar stem. Zij reageert op de vraag van SP-gemeenteraadslid Stefan Haas die kritisch informeert of de gemeenteraad alleen maar kan kiezen uit de energietransitie scenario’s waar de Rijnmond warmtepijpleiding in voorkomt. De gemeente gaat niet over die pijpleiding, de Provincie en de Gasunie leggen die aan, is haar antwoord.

door Hans Schuurman

Energietransitie is een permanent en steeds terugkerend onderwerp in de raad en waarover zelfs opstandige wijkbijeenkomsten georganiseerd worden. ‘t Niet mogen kiezen, iets opgedrongen krijgen als een warmteaanvoer uit de Rijnmond, wekt wrevel en veroorzaakt emoties bij burgers. De vrees bestaat om door de gemeente in een systeem gerommeld te worden, waarvan de kosten niet te overzien zijn, speelt in de hoofden van mensen. En wordt die aangevoerde restwarmte uit Rotterdam ook nog eens opgewekt door fossiele brandstoffen die in Rotterdam haar CO2 uitstoot?

Van Delft: “De Gasunie is eigenaar van de pijpleiding en Vattenfall is bezitter van het bestaande warmtenet in de stad”. Die laatste heeft ca. 40% van de warmtetransport capaciteit van de WarmtelinQ+ gecontracteerd. De gemeente legt dus geen pijplijn aan en kan het graven ervoor  niet verbieden

Volgens Van Delft moet je WarmtelinQ+ zien als een soort snelweg. In eerste instantie loopt daar doorheen de restwarmte uit de haven van Rotterdam. Wettelijke bepalingen zorgen er, volgens haar, voor dat op termijn alleen CO2-vrije en duurzame warmte erin stromen. De pijpleiding wordt een open systeem, hetgeen betekent dat ook andere warmtebronnen door de pijp geleid kunnen worden, bijvoorbeeld geothermie.

Van Delft: “De gemeente, samen met de bewoners, hebben wél een keuze op welke plaatsen deze restwarmte ingezet kan worden. En dat geldt in het bijzonder voor wijken en buurten waar nu nog geen warmtenet ligt. Het college van B&W denk daarbij aan lokale warmtenetten en energiebronnen, als zon op daken, windenergie, aquathermie, geothermie en warmte uit de afvalwaterzuiveringen”. 

“Dit stadsbestuur zet in op collectieve systemen met als doel het voor Leidenaar haalbaar en betaalbaar te maken”, aldus Van Delft. Omdat de energieprijzen nu de pan uit rijzen, begrijpt de wethouder best wel dat inwoners nu zelf al individuele stappen nemen met zonnepanelen en/of plaatsen van een (hybride) warmtepomp. Dat vindt het stadsbestuur in principe goed omdat het CO2 bespaart, vertelt Van Delft. Maar, ze vervolgt, als echter daardoor (te) weinig mensen meedoen aan het collectieve systeem, omdat ze een eigen energieoplossingen gevonden hebben, kan een collectief systeem wel eens te duur worden. Ze neemt het woord ‘onbetaalbaar’ in de mond.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *