Het lokaal bestuur staat onder druk. Bij verkiezingen gaat slechts de helft van de Leidenaren maar naar de stembus en het vertrouwen in gekozen vertegenwoordigers is ook al niet bijster groot. “Zij komen hun beloftes niet na”, luidt vaak de kritiek. En vormen onze 39 gemeenteraadsleden wel een goede afspiegeling van de Leidse bevolking? Raadsleden trokken een avondje uit voor debat.
door Hans Schuurman
Nadat in 1970 de stem(opkomst)plicht werd afgeschaft, maakte het aantal stemmers een steile duikvlucht. Het aantal thuisblijvers is ook niet evenredig verdeeld over bevolkingscategorieën en stadswijken. In Leiden-ZW en -Noord blijft het stemmerpercentage rond een kwart steken, hetgeen weer wordt goedgemaakt door de opkomst in de BurgProfwijk en het Houtkwartier. Bij gemeenteraadsverkiezingen laten burgers met een migratieachtergrond, EU-expats en kiezers met een lage economische status het bij ‘het feest van de democratie’ op grote schaal afweten. En gemeentepolitici richten hun investering in tijd en aandacht, met de journalistiek in hun kielzog, bij voorkeur juist op die groepen en wijken met een hoog percentage stemmers.
Afspiegeling
Het is aan sommige politiek partijen die voor de verkiezingen hun kandidatenlijsten opstelden te verwijten dat onze gemeenteraad in verschillende opzichten een mankerende afspiegeling is van de Leidse bevolking. Van de 39 leden zijn meer dan de helft onder de 30 jaar en op een enkele uitzondering na hebben alle raadsleden een academische opleiding. Partijen die de gemeenteraad bemensen, zetten veel jonge mensen hoog op de lijst. Vergadertijgertjes die het beraadslagen tot in de kleine uurtjes kunnen fysiek volhouden, geoefende lezers die zo de kern uit een ingewikkelde nota kunnen halen en niet om 7 uur s ’morgens op de fiets zitten op weg naar hun werk. Waar raadsleden enige decennia geleden mét maatschappelijke ervaring raadszetels bezetten, leren nu veel van onze huidige vertegenwoordigers de maatschappij pas kennen door het raadswerk.
Vertrouwen
Bij het gebrek aan publiek vertrouwen hebben gemeenteraadsleden ook wel een beetje pech. Uit onderzoek blijkt dat burgers bij onvrede over rijks- en gemeentelijke politiek, de toeslagen affaire en stikstof beteugeling alsmede verkamering en woningnood alles op één hoop gooien. En als inwoners het standpunt van hun politiek partij zien veranderen als hun partij van oppositiepartij naar stadsbestuur switcht, draagt dat niet bij aan vertrouwen in de politiek.
Mitchell Wigand Bruss, raadslid van Studenten voor Leiden, vertelt hoe hij de betrokkenheid en groeiend vertrouwen bevordert. Hij nodigt Mbo-klassen uit in het stadhuis niet voor een lesje staatsinrichting maar een gesprek over wat hén bezighoudt. Verkent met hen hun belevingswereld en legt de verbinding wat zij via de politiek hieraan kunnen verbeteren.
Wigand Bruss: “Als ik dan vertel dat ik 23 jaar ben, zie ik dat ze denken, shit, dat is een jongen net als wij, luisteren naar die gast word ik niet slechter van”.