Het Japanmuseum Siebold aan het Rapenburg bevindt zich financieel in zwaar weer, directeur Kris Schiermeier luidt de noodklok. Door het wegvallen van rijkssubsidie heeft het museum 1,5 ton euro nodig. Schiermeier vraagt de gemeente dit geld bij te passen.
door Hans Schuurman
Nog maar een paar weken geleden stond Schiermeier samen met de Japanse ambassadeur, burgemeester Lenferink en cultuurwethouder Yvonne van Delft op het bordes van het Japan museum bij de feestelijke opening van de Japanmarkt. Meer dan 10.000 mensen bezochten de jaarlijkse markt, welkome gasten van onze terrassen en bezoekers van ander hot spots. Het is nu deze wethouder die een noodkreet in briefvorm van haar ontving.
Als wij ook in de toekomst mooie inhoudelijke tentoonstellingen met bijbehorende evenementen willen blijven organiseren, heeft het museum 1,5 ton nodig. Het museum kreeg voorheen van BuZa en OCW samen 4,5 ton maar dat bedrag werd verlaagd naar 3 ton. Schiermeier schrijft dat zij er de afgelopen jaren in geslaagd is desondanks de touwtjes aan elkaar te knopen maar de financiële ruimte nu echt op is. Bovendien brengt de stijgende populariteit van het museum hogere werkdruk en personeelslasten met zich mee dat op de begroting drukt. Ook het inhuren van kunstenaars en externen wordt financieel steeds moeilijker.
Het Japanmuseum en Leiden hebben een innige band, onder anderen door Philipp Franz von Siebold. Deze arts verbleef enige jaren vanaf 1817 op het (kunstmatig) eilandje Deshima, een half voetbalveld groot voor de kust van Nagasaki en bouwde een unieke natuurhistorische verzameling op, die hij stiekem meenam naar huis aan het Rapenburg. Die unieke verzameling is nu onder meer te zien is in het Japanmuseum. Leiden heeft bvendien een stedenband met Nagasaki.