Ongeveer 3.000 Leidenaren hebben een bijstandsuitkering. Recht op bijstand heb je als jouw arbeid gerelateerde uitkering opgesoupeerd is. Deze bijstandsuitkering bedraagt € 1.284 per maand. Veel uitkeringsgerechtigden willen graag naast hun uitkering een betaald baan. Ook als het loon daarvoor gedeeltelijk gekort wordt op hun uitkering. Voor dit ‘Werken in de bijstand’, bestaan (goede) voorbeelden in Nederland. Wethouder Yvonne van Delft ging, op voorstel van de gemeenteraad, dit terrein verkennen.
Niet alleen de uitkeringsgerechtigde zélf maar ook de gemeente is (financieel) beter af met ‘werken in de bijstand’. Neem nou de gemeente Wageningen, daar mag de bijstander 25% van z’n uit arbeid verdiende inkomsten, met een maximum van € 260 per maand, zelf houden. En de gemeente bespaart hierdoor ook op haar uitkeringskosten. Maar misschien wel ’t belangrijkste, van dit ‘werken in de bijstand’ gaat bij uitkeringsgerechtigden een positieve arbeid integratieve werking uit. Maar bij haar verkenning stootte Van Delft op iets onverwachts. Haar bleek dat in Leiden het aandeel bijstandsgerechtigden met inkomsten uit parttime werk (bijna) 13% was. Best hoog vergeleken bij andere gemeenten, was haar conclusie. In Leiden, een directe oorzaak daarvoor is niet rechtstreeks aan te wijzen, werken 5% meer bijstanders dan in vergelijkbare gemeenten. En in aanmerking genomen dat elders in den lande met ‘werken in de bijstand’ maximaal een 15% deelname bereikt wordt, matigde zij haar enthousiasme. Omdat zij vreesde dat in Leiden mét invoering van een eigen regeling het participatie niveau nauwelijks boven deze 15% grens komt, viel er weinig winst te behalen. Bovendien is in 2025 nieuwe wetgeving in aantocht over werken in de bijstand in 2025 die een nieuwe regeling zou doorkruizen