Wie heeft het in Leiden voor ‘t zeggen de burgemeester of de rector? Dat is de onderliggende vraag in de materscriptie van Mitchell Wiegand Bruss: ‘de Staat in de stad’ waarop hij op 26 augustus aan de universiteit afstudeert. Tijdens zijn studie politieke geschiedenis en als gemeenteraadslid van ‘Studenten voor Leiden’ kon Wiegand Bruss zich hierin intensief verdiepen: “Het behoort natuurlijk de gemeenteraad te zijn, maar in het verleden was het vaak de universiteitsraad”.
door Hans Schuurman
De macht van de universiteit ontleent zij als grootste grondbezitter, grootste werkgever, superieur kennisinstituut en niet in de laatste plaats als intellectueel aanjager van bedrijvigheid, zoals de banenmotor Leiden Bio Science Park. Tegen zo’n machtsgigant, verbleekt de invloed van een stad die, tot enige decennia geleden, nog verouderde industriële stad was met een verkrot woningbestand. De scriptie van Wiegand Bruss beslaat de periode 1960-1975. “En gedurende die tijd kon de universiteit bewust van haar allemachtigheid gewoon haar gang gaan”, aldus Wiegand Bruss.
De periode jaren ‘60 en ‘70 leverde niet alleen in Leiden maar in veel historische steden spanning bij het ontwikkelen van bouwkundige projecten. Wiegand-Bruss: “In 1965 legde de universiteit het stadsbestuur een plan voor van architect Piet Zandstra voor de bouw van een 125 meter hoge wolkenkrabber aan de Witte Singel. Er moesten nog wat huizen gesloopt worden en grachten gedempt. Of de gemeente even wilde tekenen bij het kruisje”. “De universiteit dreigde met verkassen van de universiteit naar Den Haag bij gebrek aan medewerking”. Het ging allemaal echter niet door.
Niets geleerd
Daar heeft de universiteit toch wel van geleerd, Mitchell? “Nou, nee, niet echt”, antwoordt Wiegand Bruss. “In jaren 2020 deed zich een vergelijkbare situatie voor. Inmiddels had in de oude fabrieksstad een complete transitie ondergaan. Leiden was een toonaangevende kennis – en onderwijs stad geworden met een hoger opgeleide bevolking. Kon de universiteit zich voorheen permitteren zich niets van de Leidse bevolking aan te trekken, na de economische ontwikkeling een halve eeuw was die volgzaamheid verdwenen.
Voor de uitbreiding en nieuwbouw van de Humanities Campus moesten in 2020 80 sociale huurwoningen gesloopt worden. Weer kwam het tot een krachtmeting tussen gemeente en de universiteit inclusief bedekte dreigementen. Ook dit keer moest de universiteit bakzeil halen. Ditmaal onder druk van een benadeeld bewonerscollectief. Het plan werd ingrijpend aangepast en moet in 2030 klaar gerealiseerd zijn. Mitchell Wiegand Bruss in zijn masterscriptie: „Gemeente en universiteit werken nu beter samen maar met huisvestingsproblematiek handelt zij nog steeds uit eigen visie”.