“We hebben gewacht tot het hoogtepunt van het vaarseizoen voorbij was”, zegt Laurens Beijen, de voorzitter van de Leidse stichting Diogenes. Bij werkzaamheden in oktober van zijn monumentenstichting was een groot ponton in het water van de Nieuwe Rijn nodig. Daardoor werd de doorvaartbreedte tijdelijk smaller.
De stichting heeft sinds de oprichting 34 woningen gerestaureerd. Vervolgens worden ze zorgvuldig onderhouden. Alle panden hebben de status van monument. Als binnenkort de restauratie van Hogewoerd 132 klaar is, komen er nog twee woningen bij.
Twee andere woningen van de stichting, Watersteeg 1 en 3, staan met hun achtergevel op de kademuur van de Nieuwe Rijn. Vorig jaar werden bij een periodieke controle een paar gaten ontdekt in de muur onder Watersteeg 1. Ze zaten deels boven en deels onder de waterspiegel. De stabiliteit van het pand was niet in gevaar, maar Diogenes wilde de muur toch laten herstellen. De gedeeltelijke ligging onder water maakte het moeilijk om een goede oplossing te vinden.
Beijen vertelt dat eerst gedacht werd aan een damwand in de Nieuwe Rijn om daarachter het water weg te kunnen pompen. Dat zou tonnen kosten en veel overlast opleveren. Bij het zoeken naar een alternatief nam Diogenes contact op met het Amsterdamse aannemersbedrijf Van Steenwijk. Dat bedrijf heeft ervaring met soortgelijke situaties in de binnensteden van Amsterdam en Utrecht.
Op voorstel van Van Steenwijk werd met een ’taatsbak’ gewerkt. Dat is een rechthoekige bak met één open zijde die vanaf een ponton tegen de muur wordt gedrukt. Daarna wordt het water uit de bak gepompt. Rubberen randen houden de bak vervolgens redelijk droog.
De medewerkers van Van Steenwijk moesten hun werk doen onder een overhangend terras. Daardoor zaten ze in een oncomfortabele positie. Toch lukte het om de klus in een week uit te voeren. De kademuur kan nu weer jaren mee.